|

Het baasje van Roxy

Het baasje van Roxy

Roxy* is een heel lieve hond. Ik zie het meteen als ik haar in de verte aan zie komen lopen. Haar lange oren hangen in haar nek en bewegen mee bij iedere pas van haar huppelende pootjes. Haar staart roffelt op iedere tel van het ritme dat het hondenlijf in stilte uitbeeldt. Als je er muziek bij denkt, zul je een lome, zwoele rumba horen die perfect past bij het weer deze ochtend.

Mijn hond is ook heel lief. Maar niet altijd en niet tegen iedereen. Het is nu eenmaal zo. Het zijn ervaringen uit een ver verleden waaraan de herinnering soms tot leven komt. De wezens die ze het meest wantrouwt zijn katten, mannen en andere honden van hetzelfde geslacht. Die kunnen rekenen op gegrom, geblaf en soms een hap in hun richting. Wees gerust: dat happen is slechts een schijnbeweging. Om echt raak te bijten zou ze dichtbij moeten komen en dat durft ze niet.

Mijn hond en Roxy naderen elkaar en zijn nog zo’n tien meter van elkaar verwijderd. Ik zie de staart van mijn hond zakken en de haren in de nek en rug overeind komen. De staart van Roxy blijft zijn aandeel in het ritme van de rumba leveren. De lippen van mijn hond worden opgetrokken en zacht gegrom is te horen. Ik stop met lopen en laat mijn hond zitten. We wachten tot Roxy en haar menselijke metgezellen ons gepasseerd zijn.

Het vrouwelijke baasje van Roxy maant haar om ons heen te lopen. De loslopende Roxy gehoorzaamt. Toch komt ze voor mijn hond te dichtbij. Een grom en een blaf kan ik niet voorkomen; een hap in de richting van Roxy wel door de hond naast me te houden. Roxy en haar mensen lopen ons voorbij en wij vervolgen onze weg in de tegengestelde richting.

We zijn allen enkele meters verder als het mannelijke baasje hardop voor zich uit praat: “Je moet de lijn ook loslaten. Dan doet zo’n hond niet agressief.” Hij spreekt me niet direct aan; het zijn zelfgenoegzame woorden om zijn eigen ego op te fleuren en misschien om indruk te maken op het vrouwelijke baasje van Roxy. Ik kan het niet laten te reageren.

“Misschien moet je je er niet mee bemoeien”, grom ik naar de man. Hij kijkt niet op of om. “Eikel!” blaf ik hem na. Ik hap niet. Daarvoor ben ik niet dichtbij genoeg.

* De hond op de foto is niet Roxy. Ze heet Flora. Ze is ook heel lief. Maar niet altijd en niet tegen iedereen.

Meer van , lezen:

Mailtje sturen?