Barbecue

Barbecue

Mijn tuin, en die van de buren, stond blauw van de rook. Ik had geen aanmaakblokjes en ik dacht – met behulp van waxinelichtjes en later toch maar proppen papier – de barbecue wel aan te kunnen maken.

Ik hoorde voetstappen in de tuin van de buren. De klep van een vuilnisbak viel dicht en daarna waren de voetstappen in de omgekeerde richting te horen. De buurvrouw hoestte vanuit het diepst van haar longen terwijl ze me aan de andere kant van de schutting passeerde.

Het leek uren te duren voordat alle houtskool gloeide en de rook opgetrokken was. De buurvrouw hoorde ik nog verschillende keren luid kuchend langslopen. Ze zei niets terwijl ik deed alsof ik heel erg hard mijn best aan het doen was om wat vuur in de barbecue te krijgen. Wanneer zij hoestte, wapperde ik luidruchtig met een stuk karton of probeerde ik hard blazend wat extra zuurstof bij het rokende houtskool te krijgen. De waarheid is dat ik de meeste tijd maar wat ijsbeerde rondom de barbecue en tegelijkertijd probeerde zelf zoveel mogelijk uit de rook te blijven. Dat laatste bleek even onmogelijk te zijn als de keuze die ik moest maken.

Zou ik de gieter vullen met water en de poging tot barbecue doven? Dan zou er nog eenmaal een wolk van stoom en rook opstijgen maar waren de buren wel van de overlast van die blauwgrijze wolk verlost. En ik ook. Dan kreeg ik de barbecue maar niet aan. Dat moest als man toch niet zo moeilijk te accepteren zijn? De andere optie was wachten en hopen dat het goed kwam. Ik koos voor het laatste.

Een paar dagen later was mijn persoonlijke barbecue-seizoen al lang en breed voorbij ook al was de zomer pas net begonnen. De buurvrouw hoestte nog steeds en ik hoorde haar ook geregeld haar neus snuiten. Als ze door de tuin liep, kreunde ze bij iedere stap de koorts uit haar gewrichten. Gelukkig. Ze was gewoon heel ziek en het had niets met mijn poging tot barbecue te maken.

Meer van lezen:

Mailtje sturen?