Insecten

Insecten

Een reis naar Zuid-Frankrijk eind jaren ’80 bestaat uit een aantal vaste rituelen. Zoals de eerste tankstop die traditiegetrouw in Luxemburg plaatsvindt. Daar eten we ook ons ontbijt nadat ik eerst 10 minuten langer dan gedacht mijn plas heb moeten ophouden omdat we in een file van Nederlanders terecht gekomen zijn die geen van allen de lage benzineprijzen in het groothertogdom kunnen negeren. Mijn vader rekent me voor hoeveel ijsjes we kunnen kopen van het geld dat we uitsparen door hier te tanken. Later voel ik me bedrogen wanneer op de Franse camping de prijs van een ijsje van francs omgerekend wordt naar guldens. Hoogstens om de dag kan er ijs gegeten worden.

Het ontbijt was een bolletje kaas, een bolletje hagelslag en een gekookt eitje zonder zout omdat het kleine potje JOZO onvindbaar was in de zorgvuldig ingepakte maar propvolle achterbak van de witte Volvo 240. Bolletjes aten we zelden. Alleen bij het kerst- en paasontbijt en het jaarlijkse uitje naar de Efteling. De kaas mag dan zweterig zijn en voornamelijk op smaak gebracht worden met de alom aanwezige benzinedampen; op dat moment proef ik zojuist begonnen vakantie en er is niets beter dan dat.

We waren Lyon al gepasseerd toen het tijd was voor een volgende tankstop. Hier geen file voor de benzinepomp maar wel bij de wc’s. De hitte vermengt zich er met rioollucht en voelt als een verstikkend dik, donzen dekbed wat je niet van je af kan gooien. Als een van de toiletdeuren open gaat, haast ik mij naar binnen. Ik zie niets meer dan een gat in de vloer. Ik besluit het bij kokhalzen en plassen te laten.

Terug bij de auto zijn de taken al verdeeld. Mijn vader probeert zoveel mogelijk benzine in de tank te krijgen, mijn moeder is alvast naar binnen om te betalen. Het tasje met daarin een envelopje met Franse francs van het Grenswisselkantoor houdt ze stevig tegen haar borst gedrukt. Er staan emmers met water, sponzen en trekkers tussen benzinepompen. Mijn zusje is bezig de voorruit van de auto te ontdoen van gecrashte insecten. Het is een taak met een grote verantwoordelijkheid en ik begrijp niet waarom dit aan mijn bijna twee jaar jongere zus wordt overgelaten. Het is van levensbelang dat papa zometeen goed zicht heeft als we verder rijden over de Autoroute du soleil.

Ruim dertig jaar later is er veel veranderd. Ik rijd nu zelf over de snelweg naar de Zuidfranse zon. Airconditioning houdt de gemoederen op de achterbank uren langer bedaard. De kaas op de bolletjes zweet minder. Het asfalt zoemt gelijkmatiger onder de wielen weg. Bij de tankstations staan geen emmers water met sponzen meer. Althans, we hoeven ze niet meer te gebruiken. Ik wens dat het komt omdat de ruitenwisservloeistof zoveel beter is geworden en niet omdat we onze omgeving in een paar decennia zo goed als insectenvrij hebben gemaakt.

Meer van lezen:

Mailtje sturen?