Laila zei dat ze nog nooit een volle maan had gezien. Dat was niet waar. Natuurlijk had ze al vaker een volle maan gezien. Ze had nog nooit de volle maan als eerste ontdekt. Hem als eerste zien en vervolgens naar anderen roepen: ‘Kijk!’
Misschien heeft ze wel gelijk. Wanneer anderen je er op moeten wijzen, heb je het niet echt zelf gezien.
Nu was zij degene die hem als eerste zag, laag en groot aan de horizon. Op ooghoogte bijna. En er ons op wees.