Het is bijna lente. De sneeuw is weg. Het vriest niet meer. De vogels beginnen weer te fluiten. Nog even en dan zijn ook de bomen weer groen. En daar rijd ik in mijn auto met winterbanden. Mijn mooie winterbanden met die fijne zwarte velgen. Ik rijd voorbij en iedereen kan zien dat ik op winterbanden rijd. Dat ik denk aan mijn veiligheid in het verkeer en aan die van anderen. Iedereen kan dat zien aan die mooie zwarte velgen met die geweldige winterbanden die ik kan betalen.
En nu is het bijna lente. Die verdomde lente. Het zal niet lang meer duren totdat mijn bandenspecialist me een briefje stuurt. Een foldertje eigenlijk waarin ik opgeroepen wordt mijn geliefde winterbanden weer om te ruilen voor zomerbanden. Dan heb ik wel weer die verchroomde, lichtmetalen 17 inch spaakvelgen. Mijn bandenspecialist schrijft er vast ook wel bij dat ze net als ik ook hopen op een zinderende zomer met bbq’s en picknicks in het park en dat ze mijn winterbanden netjes zullen opslaan.
Weg is de tijd dat ik voor het rode licht stond te wachten en iemand naast me mijn auto inspecteerde. Dan bezag diegene mijn zwarte velgen in combinatie met mijn fijne wagen en keek niet begrijpend. Het licht op groen en ik laat mijn buurman meteen enkele meters achter me. Een ogenblik later gaat bij mijn vroegere buurman, nu achterblijver, een lichtje op: ah, winterbanden!
[ad#mainpage]
In de lente, in de zomer, en erger als er ook nog eens een herfst is die tot in december blijft nazomeren, is er niets waarmee ik me autorijdend kan onderscheiden. Je hebt niets aan die verchroomde, lichtmetalen 17 inch spaakvelgen. Natuurlijk kun je je raampje en dakje opendoen en je iphone in de autoradio pluggen. Maar niemand ziet je iphone en het heeft geen zin als je al je gigabytes hebt volgezet met Dries Roelvink.
Ik denk dat ik maar een nieuwe auto koop en in januari 2012 op die mooie en fijne winterbanden de elfstedentocht ga rijden.
ps: Jasper, bedankt voor het idee!