Behalve dat het een dag was dat ik mijn hoogtevrees had overwonnen, althans een deel daarvan, was het ook een feestdag. Supermarkten waren dicht. Ook cafés, restaurants en pizzeria’s bleven ongeopend. Alleen LeMcDo was open.
We hadden de hele middag rondgehangen in de toppen van de bomen. Van het laatste beetje stokbrood dat we hadden gegeten, restte slechts een vage herinnering. Onze magen waren leeg dus er zat niets anders op. Ik wist nog dat ik een bigmac van dichtbij had gezien en deze toen heb moeten afrekenen met guldens. Dat ik diezelfde bigmac later die avond had uitgekotst.
Ik gaf daar toen de overdaad aan bier die ik had gedronken de schuld van. Toen Rosanne vannacht haar diner – ze had het niet eens lekker gevonden – overgaf, besefte ik dat ik al die jaren de verkeerde had beschuldigd.